Nicolaus
Een klokkengieter Nicolaus goot in het eerste decennium van de veertiende eeuw enkele klokken in het noorden van Nederland.
Henrick Nieman
Henrick Nieman was van 1614 tot in 1621 werkzaam als klokkengieter te Enkhuizen. Hij was gehuwd met Ide Maes, waarschijnlijk de kleindochter van Willem Wegewaert de Oudere. Nieman overleed in 1621 waarna zijn gieterij door Henrick Wegewaert de Jonge werd voortgezet. Henrick Nieman was de eerste klokken- en geschutgieter te Enkhuizen. Van hem zijn slechts enkele klokken bekend.
bron:
S.Spoelstra e.a., Voorlopige inventaris van de werkstukken van de Enkhuizer klokkengieters (manuscript uit 1981 aanwezig in de bibliotheek van het Nationaal Beiaardmuseum).
Claes Noorden
Claes Noorden werd in 1633 te Dithmarschen (Sleeswijk-Holstein) geboren. In 1662 of eerder trad hij als gezel in dienst bij François Hemony te Amsterdam. Bij zijn huwelijk in 1667 noemde hij zich metaalgieter en in 1681 bij zijn tweede huwelijk geschutgieter.
Nadat omstreeks de jaarwisseling van 1698/99 de Amsterdamse stadsklokken- en geschutgieter Claude Fremy gestorven was, werd diens bedrijf door zijn weduwe Catharina ten Wege met de meesterknecht Claes Noorden voortgezet. Nauwelijks een half jaar later huwde zij met de geschutgieter Jan Albert de Grave. Hierdoor ontstond het zakelijk duo Noorden & De Grave. Vanaf dat moment werden de klokken uit de Amsterdamse gieterij door beiden gesigneerd. De samenwerking duurde tot 1716, het jaar waarin Claes Noorden te Amsterdam overleed.
De gieters hebben belangrijke werken op hun naam staan, ongetwijfeld dankzij het feit dat Noorden als leerling van Hemony over de juiste klokprofielen beschikte en voortreffelijk kon stemmen. Te noemen zijn de inmiddels verdwenen beiaarden van de abdij te Park, later Leuven (1709) en Middelburg (1714-1715). Ook leverden zij dankzij Peter de Grote drie beiaarden in Rusland. Bovendien voerden zij in 1714 een felle concurrentiestrijd met de Antwerpse klokkengieter Willem Witlockx over een nieuwe beiaard van Brussel. Tevergeefs omdat die beiaard pas in de twintigste eeuw tot stand kwam.
bron:
André Lehr, Van paardebel tot speelklok. De geschiedenis van de klokgietkunst in de Lage Landen (Zaltbommel, 1971, 2de druk 1981), p.215-217.
Hans Nortmeijer
Wij kennen hem van een klok uit 1617 voor Oterdum in Groningen. Ook in Oost-Friesland vindt men van hem een klok en wel een uit 1614. Er is verder niets over hem bekend.
Jacob Noteman
Geboren in 1598 of 1599. Waarschijnlijk was hij afkomstig uit Sittard of directe omgeving. Hij was naar eigen verklaring een leerling van Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden. Hij werd ook diens opvolger. Hij werkte te Leeuwarden tussen 1635-1651. Hij werd onder andere bekend door de ongeveer zesduizend kilo zware luidklok uit 1641 in de toren van de Sint Janskathedraal te Den Bosch. Ook goot hij in genoemd jaar een kleine voorslag van acht klokken voor die toren. Noteman heeft vele luidklokken gegoten. In 1651 is hij naar Heidelberg vertrokken alwaar hij in elk geval in 1661 nog in leven was. In 1654 werd hij opgevolgd door Jurrien Balthasar die overigens al sinds 1651 in Leeuwarden werkzaam was.