- wanddikte
De dikte van de klokkenwand, gewoonlijk als gemiddelde flankdikte. - waterkering zie domperrek.
- windpijp
Een smal verticaal kanaal op het hoogste deel van de gietvorm waardoor de (brandende) gassen kunnen ontsnappen die tijdens het gieten in de vorm ontstaan. - wisselluiden
Volgens bepaalde patronen (wiskundige permutaties) een reeks luidklokken of handbellen steeds weer iets anders laten klinken door bijvoorbeeld telkens twee klokken in de volgorde van aanslag te verwisselen. - wolfskwint
In de middentoonstemming de oneigenlijke kwint gis - es die 42 cents te klein is en eigenlijk een verminderde sext is. Op een orgel geeft dit aanleiding tot ernstige zwevingen; vandaar de naam.